donderdag 21 november 2013

Hoe zouden we de samenleving kunnen verbeteren?

Ik zou beginnen met wat in te leveren op sommige vlakken. We bezitten zoveel dat we een ‘slaaf’ worden van onze eigen bezittingen.
Wat hebben we juist nodig om te leven? Als je heel basic bekijkt, is het allerbelangrijkste dat we een dak boven ons hoofd hebben, dat we kledij hebben om ons te beschermen, dat we de mogelijkheid hebben om te kunnen eten, proper water om ons te wassen voor de hygiëne.
Natuurlijk willen we heel wat meer dan dat. Een auto lijkt een noodzaak te zijn om werk te vinden. Dat werk hebben we nodig om centen te verdienen om alles te kunnen betalen. Ook een gsm is een noodzaak om contact te kunnen leggen. Een computer of een laptop is ook nodig in onze samenleving voor het volgen van sociale media, het betalen van een factuur,… Internetverbinding is hierbij ook een must. Een tv zodat wij de media kunnen volgen. En niet te vergeten: onderwijs! Dit is nodig om al het voorgaande te kunnen bereiken.
We spenderen heel wat geld aan de dingen die we nodig hebben, maar overdrijven we soms niet een beetje in de soort van deze aankopen? Hebben we Telenet digital TV echt nodig? Of is dit eerder een luxe? Hebben we twee of drie auto’s nodig per gezin? Of vinden we het te lastig om vroeger op te staan en omwegen te rijden? Is de fiets soms geen optie? Is merkkledij nodig, of kunnen we ons tevreden stellen met een goedkopere versie ervan? Ik kan hier nog duizend vragen stellen aan mezelf en aan anderen, maar iedereen moet toegeven dat we ons soms heel wat luxe permitteren.
Mochten we nu eens allemaal van ons materiële een klein stukje inleveren, ben ik ervan overtuigd dat op het einde van de maand wat spaarcentjes zullen overblijven op de rekening. Ik denk dat we eigenlijk niet ons volledige loon nodig hebben voor wat wij ‘nodig’ hebben. We zijn natuurlijk gewend om in dit comfort te leven en makkelijk zal het niet zijn. Maar misschien zullen we dan niet moeten toegeven aan die hoge werkdruk of zouden we juist minder moeten werken om toe te komen. Daardoor zou er weer meer tijd kunnen spenderen aan elkaar.


Het volgen van sociale media en tv-kijken vind ik zelfs iets wat we teveel hebben. Mensen spenderen hun tijd niet meer bij elkaar. “Ik moet naar huis om naar familie te kijken” of “Eerst mijn facebook checken, dan kunnen we praten” Ik denk als we deze twee asociale gegevens wegnemen uit ons leven of er geen prioriteit meer aan geven zullen mensen opnieuw een “face-to-face” contact hebben, een fysiek contact. We zouden de stemming van een persoon weer aan een gezicht kunnen aflezen in plaats van een ‘smiley’. Naar mijn mening zal de verbondenheid met mensen daarmee terug versterken.
Ik denk ook dat ik niet de enige ben die er zo over denkt, maar we zwijgen en zitten elke avond weer voor onze tv of onze computer. Alleen kan je de wereld of de samenleving niet veranderen, maar allemaal samen komen we er wel.
Moeten we dan een stap terug zetten? Nee, wat er is gecreëerd is fantastisch, laat er ons gebruik van maken, maar laat het ons leven niet bepalen.
We zouden ook allemaal wat hulpvaardiger kunnen zijn en ook wat meer hulp aanvaarden. Ikzelf heb soms moeite hiermee, maar ik wil er aan werken. Het is niet zo dat je enkel hulp moet bieden aan mensen die hulp echt nodig hebben, die het zonder hulp niet kunnen redden. Bied ook eens hulp aan mensen die niet echt nodig hebben maar wel een stapje vooruit kunnen geraken daarmee. Probeer dan ook hulp van anderen te aanvaarden, al weet je dat je het alleen ook aankan, maar dingen samen doen kan zo leuk zijn. Het is ook tijdbesparend en bevordert je sociale contact.
De kern van dit alles ligt in het positief denken. Het moet niet altijd wetenschappelijk bewezen zijn om te geloven dat het werkt. Mensen die zich bezig houden met positief denken zullen zich ook positiever voelen en positiever tegenover een ander staan, makkelijker kunnen tolereren en relativeren. Ik heb hierboven gesproken over inleveren al vind ik niet dat het echt gaat om het inleveren, ik zie het als een ruilactie met winst voor iedereen. Dat laatste klinkt natuurlijk heel wat positiever.
Door positief te denken kunnen we ons ook meer verbonden voelen met onszelf, schrijf eens de positieve punten op van jezelf, wees trots op wat je allemaal kan, denk niet aan wat je niet kan. Denk aan wat je goed deed, niet aan wat mis ging. En geef je daarbij elke dag een compliment. Elke dag denken aan wat je die dag gelukkig maakte, zal je heel wat positiever doen denken en je beter voelen met jezelf, gelukkig zijn met wie je bent. Dat geluk zal je dan ook uitstralen.

Volgens mij zouden we op deze wijze een betere samenleving kunnen creëren voor iedereen.



Individu of verbondenheid

Veel elementen spelen een rol in hoe we kijken naar de wereld: onze opvoeding, onze maatschappij, de media, onze ervaringen,…
Mensen hebben veel verschillende meningen, iedereen ons is uniek. We weten allemaal dat er iets aan die maatschappij moeten veranderen, maar doen we dat enkel voor onszelf? Misschien denken heel wat mensen, ‘als ik het maar bij het juiste eind heb, van de rest trek ik mij niet aan’ Ik maak mezelf ook soms schuldig aan deze uitspraak.
Toch als ik diep in mezelf kijk, smacht ik naar samenhorigheid. Samen staan we zoveel sterker, mensen kunnen met samenwerking zoveel meer bereiken, dan wat je alleen doet. Elkaar helpen zou al een grote vooruitgang zijn. Allemaal aan hetzelfde touw trekken: “We willen een betere samenleving maken voor iedereen.”
Het is natuurlijk niet zo makkelijk om met iedereen samen te werken, maar waar een wil is, is een weg. Het leren aanvaarden van de ander zijn fouten en gaven en het aanvaarden dat niet iedereen dezelfde mening heeft, zonder die als goed of slecht te bestempelen, zou al een grote stap kunnen zijn. Omgaan met die diversiteit vind ik een eerste stap in de goede richting.
Het verlangen dat ik heb om samen te horen en één groep te vormen is niet zo gek. Het is bewezen dat de mens van nature uit een kuddedier is. Het is een ingebouwd mechanisme als het ware, dat wij willen tot een groep behoren en niet steeds het individu willen zijn die het beter doet dan de ander. Het competitieve lijkt dan wel aangeboren te zijn, toch verlangen we naar samenhorigheid.

Samen kunnen we de wereld veranderen!


Pesten op het werk

http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/1476907/2012/07/28/Aantal-klachten-over-pesten-op-het-werk-stijgt-jaar-na-jaar.dhtml
In dit artikel vind je cijfers en vaststellingen van het pestgedrag op het werk.
Hoe komen volwassen mensen ertoe om zich als kleine kinderen te gedragen, vraag ik mij af? Een mislukking van het neoliberalisme, zegt Paul Verhaeghe. Ik ga volledig met hem akkoord.
Onze commerciële samenleving is een mislukking op psychologisch vlak. Bedrijven moeten steeds meer winst maken en proberen zo de kosten te drukken en steeds minder personeel in dienst te nemen. ‘Personeel moet opbrengen’ wordt dikwijls gezegd, alsof het beursaandelen zijn. Ik kan heel goed begrijpen dat een bedrijf opgestart wordt om winsten te maken, maar soms wordt er wel eens vergeten dat er met mensen gewerkt wordt. Alles wordt zoveel mogelijk in kaart gebracht, die persoon doet op dit uur deze opdracht en moet ermee klaar zijn in 25 minuten, daarom moet het op deze manier uitgevoerd worden. Zo krijgen mensen niet meer de kans om voor zichzelf na te denken, hebben geen autonomie meer, het worden robotten. Op deze manier wordt het zelfrespect meer en meer aangetast.
Ook de solidariteit daalt onder die werknemers. Ze lijken goed te slagen als ze minder nadenken en gewoon doen. De enige bevestiging dat ze krijgen is als ze het inderdaad binnen die tijd hebben uitgevoerd uitgevoerd en dus hun job mogen houden. Hoe meer je na-aapt, hoe meer je gewaardeerd wordt. Competitie op de werkvloer is dus zeer hoog, wie mag er blijven? Ik of mijn collega? Daarmee wordt er geen solidariteit in de hand gewerkt.
Als er dan een collega ontslagen wordt, zal die na 1 dag al vervangen worden, want alles verloopt volgens een plan dat iedereen kan. Mensen voelen zich niet meer gewaardeerd, voelen zich te min en constant onder druk gezet. Ik heb vaak gehoord op vroegere jobs: “Dit kan het kleinste kind”
Nu kan je wel begrijpen dat als mensen zo behandeld worden, ze zich er ook naar gedragen. Als je als een klein kind behandeld wordt, dan wordt je reactie daar ook op afgestemd.

Waarom zijn er zoveel zelfdodingen

“Elke jongere die uit het leven stapt, is een aanklacht tegen ons, volwassenen, die hun een wereld nalaten, waarin zij voor zichzelf geen toekomst zien” Wim Verbaal
Er gebeurt heel wat in onze samenleving, ik las niet zo lang geleden een artikel dat de zelfdodingen in ons land fors gestegen zijn in de laatste tien jaar. Meer en meer jongeren blijken niet meer tevreden te zijn met wat er hen te wachten staat. Ze vinden zich niet meer ‘passend’ in de samenleving.
Ik denk dat dit iets is die voortkomt uit de individualisering. We raken steeds minder afhankelijk van een sociale groep. Waardoor jongeren zich minder snel verbonden voelen aan andere mensen. Het is ook zo dat mensen steeds meer bezitten, materialistisch dan. Het lijkt voor iedereen normaal dat wij een smartphone of een tablet bezitten. Jongeren hebben de weg daar naartoe niet meegemaakt en vinden het normaal om dit en dat te bezitten. Ze voelen zich dus ook niet verbonden met het materiële, want het lijkt er al altijd geweest te zijn.
We leven ook in een pluralistische samenleving, die boordevol verscheidenheid en diversiteit zit. Het is heel moeilijk om als jongvolwassene een  weg te vinden in deze maatschappij. Bij wie hoor ik? Omdat het steeds moeilijker is om te vinden tot welke groep je behoort is het ook moeilijker om te weten waarmee je jezelf kunt verbinden.
Er zijn ook steeds meer scheidingen, mensen moeten al vanuit hun kindertijd een keuze maken, hoor ik bij mama of bij papa? Op wie lijk ik het meest? Terwijl een generatie geleden scheiding heel zelden tot nooit voorkwamen, het was een uitzondering. Keuzes moeten soms op jonge leeftijd al gemaakt worden. Vroeger was dat niet nodig, alles was veel eenvoudiger. Keuzes werden pas gemaakt als je volwassen werd.
 Er werd gevolgd wat ouders zeiden. Ouders waren één geheel.