woensdag 25 december 2013

Is er leven na de dood?

Dat is een moeilijke vraag waar iedereen al eens heeft bij stilgestaan. We kunnen natuurlijk nooit in zekerheid antwoorden of er leven na de dood is, er bestaat geen wetenschappelijk bewijs van.

Toch wil ik geloven in een leven na de dood, al zijn mijn twijfels soms groot. Ik kan er rust in vinden om te denken dat er een leven is na de dood. Hoe dat leven er dan uit ziet, weet ik helemaal niet, maar ik vind het niet altijd nodig om iets te kunnen bewijzen of een perfect beeld ervan te kunnen vormen om in iets te geloven.

De reden waarom ik wil geloven in een leven na de dood, is omdat ik het voor mij beter vind om bepaalde zaken te verwerken, zoals de dood van mijn moeder. Maar ook omdat ik dan een reden heb om mijn aardse leven goed te maken. Ik denk dus ook dat ons leven hier op aarde invloed heeft op een leven na de dood.
In bepaalde culturen gelooft men in reïncarnatie. Daar gaat mijn persoonlijke voorkeur niet naar uit, ik denk dat, na dit aardse bestaan er een zich andere vorm van leven zal ontwikkelen. Ik denk ook dat wij een geheel zijn van een nog groter bestaan.

Ik heb ooit een lezing bijgewoond van Luc Versteylen die ons leven en onze dood op een heel mooie manier omschrijft, volgens hem heb je bij elke dood een wedergeboorte, net zoals bij de boeddhistische religies, maar die wedergeboorte is telkens naar een nieuwe vorm van leven.

In onze eerste levenscyclus hebben we onze eerste geboorte, Die gebeurt bij ons ‘ontstaan’. Wanneer de eicel bevrucht wordt en de eerste cellen van ons menselijk lichaam wordt gevormd. We groeien en leven tot negen maanden in de buik van onze moeder. Zonder te weten wat er buiten deze baarmoeder gebeurt. We horen af en toe iets en weten ergens wel dat er iets is buiten die baarmoeder, maar we hebben geen enkel idee wat er daar is, al weten we dat we daar wel naar toe gaan.

In onze tweede levenscyclus hebben we onze tweede geboorte, onze aardse geboorte. We verlaten de vertrouwde baarmoeder en gaan naar ‘iets’ wat we niet kennen. Dit is onze eerste dood en tevens onze tweede geboorte. We hebben hier op aarde een leven waarvan wij weten dat er nog ‘iets’ meer is dan ons, zonder dit ooit te kunnen aanraken of te weten hoe dat eruit ziet. We weten wel dat we ernaar toe gaan, net als in onze vorige levenscyclus, en hebben dus weer geen enkel idee wat er daar is of hoe het eruit ziet. We weten alleen dat het op één dag zal gebeuren. Dit zal onze tweede dood zijn en volgens mij een derde geboorte.

De eerste vraag die hierbij rijst is natuurlijk: Wat met een miskraam, of baby’s die te vroeg geboren worden en daardoor sterven voor hun geboorte? Volgens mij zijn dat mensen die om een of andere reden deze aardse levenscyclus overslaan. Maar de reden daarvan weet ik niet.


Ik ben ervan overtuigd dat er leven na de dood is en dat mijn moeder en andere mensen die mij al hebben verlaten kunnen zien wat ik doe in dit leven. En dat zijn zelfs een invloed hebben op mijn handelen, denken en voelen. Ik wil ook niet geloven dat ik hier zal verdwijnen en dat de persoon die ik ben en hoe ik denk in één slag zal verdwijnen in het niets. 

Eens kwam een man met tranen in de ogen bij me en zei: ons Martine is erg ziek en ze heeft volgens de dokter maar tien dagen meer te leven, kan je ons helpen?
Het meisje, veertien jaar oud, lag op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Haar moeder zat aangeslagen dag en nacht aan haar bed.
Ik zei: ik ga haar een brief schrijven. Een brief waarin ik wil proberen te antwoorden op haar beknellende vraag: moeke, waar ga ik nu naar toe?
Ik schreef haar:
Martine, je hoeft niet bang te zijn voor de dood. Want eigenlijk ben je ooit al eens dood-gegaan, en zie, toch leef je nog.
Eigenlijk zijn wij mensen allemaal al twee keer geboren en één keer gestorven. Alleen, we weten het niet meer. Toen je moeder, Martine, eergisteren vertelde over je blije geboorte, toen zei je: da weet ik nie meer zunne. En toch was die geboorte al de tweede geboorte. De eerste, daar weten we nog veel minder van en toch hebben we die ook beleefd. Dat was toen wij ontvangen werden in de schoot van onz' moeder. Dit was het begin van ons eerste leven, binnenin de moederschoot. Daarin zijn we gegroeid van één celletje naar een volgroeid wezentje. Tot we begonnen uit onze moederschoot weg te willen, omdat we voelden dat onze tijd gekomen was.
Ieder van ons, ook jij Martine, voelde zich goed in die moederschoot. En toch moest je er weg, toch kon je er niet blijven. En dan, Martine, ben je voor de eerste keer doodgegaan. Of liever, je dacht dat je aan het doodgaan was, maar meteen was duidelijk dat dood-gaan een door-gaan is. Je bent ter wereld gekomen, voor de tweede maal geboren. Wie bij die geboorte binnen in de moederschoot zou kunnen kijken, zou niets anders zien dan pijn en verdriet en niets anders horen dan de klacht: waarom gaat zij nu van ons weg, was het dan niet goed bij ons? Maar niemand denkt na de geboorte nog aan de pijn, zelfs de moeder niet, want iedereen is blij om het nieuwe leven dat nu zichtbaar is.
En zo begon dan voor ons het tweede leven. Ook voor jou, Martine. En eigenlijk zou je nog vijftig, zestig, zeventig jaar volle leven te wachten moeten staan. Maar nu komt de dokter zeggen: Martine, je hebt nog maar amper tien dagen te leven. Wat gebeurt er nu met jou? Vlieg je nu uit de bocht? Tel je niet meer mee? Of zou het niet kunnen, Martine, dat je nu weer door een dood heengaat, om in je derde leven geboren te worden?
Van deze derde geboorte voelen we alleen maar de pijn en de angst aan de binnenkant, hier en nu. Maar hoe vredig kan het ons niet maken, wanneer wij geloven dat wij door al die pijn en angst heen, herboren zullen worden naar de hemel, waar geen rouw meer zal zijn, geen geween, geen pijn, geen verdriet en ook nooit geen dood meer. En zoals niemand in de moederschoot kan terugkeren om te laten weten dat doodgaan geboren worden is, kan niemand uit het derde leven ons zeggen hoeveel zaliger het daar is.
(Luc Versteylen)

Waarin geloof ik?

Ik weet dat ik in ‘iets’ geloof, maar ik kan dit niet echt bepalen. Ik ga uit van twee visies waar ik mezelf kan in vinden. Mijn geloof ligt ergens tussen die twee visies.

Ik heb al heel wat gereisd. Op deze reizen heb ik altijd geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de mensen te staan, hun cultuur te leren kennen en dat heb ik voor een groot deel meegenomen in mijn leven. Mijn ouders hebben drie jaar in Tunesië gewoond, waar de islam ingebakken zit in hun cultuur. Ook heb ik enkele maanden in Zuid-Afrika vertoefd, waar heel wat verschillende culturen samenleven. Mijn ex-vriend was reeds getrouwd met een vrouw van Filipijnse afkomst, zij woonde nog steeds in de Filipijnen. Ik heb acht jaar met haar wekelijks contact gehad en ik ben haar daar ook nog geweest om haar en haar familie te bezoeken.

Wat mij opvalt is dat wij, Europeanen, heel wat verder van de natuur staan dan in andere culturen. In andere culturen leven veel meer mensen mét de natuur. Ik vind dat een hele mooie levenswijze en probeer dat hier ook in België toe te passen. Maar onze samenleving staat dat niet altijd toe. Om een voorbeeld te geven, wij staan elke morgen op met onze klokradio, terwijl ze in andere culturen op staan met de zon. Puur wetenschappelijk bekeken is dit niet zo gek. In de winter is er minder zon, waardoor we minder vitamines krijgen van de zon, daardoor is ons lichaam ook sneller vermoeid en zouden we dus meer moeten slapen in de winter dan in de zomer. Als je het dan gevoelsmatig gaat bekijken, geeft het je heel wat meer verbondenheid mat de natuur, als je samen met de zon gaat slapen en opstaat.

Door dichter bij de natuur te staan leer je met de goede en de slecht eigenschappen van de natuur leven. En zie je ook hoe wonderbaarlijk die is. Je ziet hoe die altijd weer veranderd en iedere keer opnieuw herleeft volgens de seizoenen. De natuur kan ook hard zijn, als levende wezens geen nut meer hebben gaan ze sterven. Ook de voedselkring kan hard zijn, als we een dier zien en we hebben honger, gaan we deze slachten om het op te eten. Ik weet dat dit in onze cultuur als ‘wreed’ kan beschouwd worden, maar het zit in onze genen, wij staan bovenaan de voedselkring. Ik at ooit een hond, maar dat was dan het enige vlees dat ik at op twee weken. Wij beschouwen honden als huisdieren, die onze beste vriend kunnen worden. Maar ik kan je verzekeren, als je honger hebt en dat is het enige die op je bord komt, zal je dit zonder twijfel opeten, onze menselijke overlevingsdrang is groter dan het gevoel voor een dier. Voor mensen die denken dat dit te hard is en dat wij, Europeanen, dit nooit zouden doen, denk dan even hier over na: Wij kweken varkens, verzorgen ze met respect voor het dier… om die later te slachten en op te eten. De natuur op zich kan ook hard zijn: overstromingen, orkanen, vulkaanuitbarstingen,… Maar kan ook heel mooi zijn: watervallen, grote wouden, bergen, de zee,…


Volgens mij is de natuur iets wat een mens niet kan creëren, hiervoor heb je een hogere ‘kracht’ nodig. Door dit alles van dichtbij te mogen meemaken heb ik gezocht naar de reden van dit natuurlijk bestaan. De basis van mijn visie is de evolutietheorie van Darwin. Maar ik kan nog altijd niet geloven dat ons volledige heelal ergens is uit voortgevloeid. Zo kom ik bij mijn eerste stelling: Ik geloof in het Universum.

Ik geloof dat ons universum onze ‘God’ is, ergens in ons heelal is er iets of iemand die naar ons luistert en onze signalen opvangt. Daarom gaat het met sommige mensen beter of slechter, als het om kleinere zaken gaat, kan de persoon op zich daar veel aan veranderen. Ik heb een video bijgevoegd, genaamd ‘The Secret’, die dat heel wat nader kan verklaren dan ikzelf. Ik heb deze video zo’n  acht jaar geleden ontvangen van een vriend en draag die altijd bij me op een usb-stick. De video dat ik heb bijgevoegd, toont de eerste twintig minuten van het eigenlijke programma. Ik weet dat het werkt, ik heb het zelf al uitgetest. Mijn man gaat hier niet mee akkoord en denkt dat het enkel bij mij werkt omdat ik erin geloof. Dus is dit mijn eerste vorm van geloof.

Maar als ik dit bekijk en daarin geloof, vraag ik mij af of we dit niet zouden kunnen doen op grote schaal, zou de kracht van het positieve denken niet kunnen versterkt worden, op grotere schaal gebruikt worden. Als we allemaal samen op dezelfde gedachte zouden kunnen focussen zouden we misschien grote natuurrampen kunnen voorkomen? Ik weet natuurlijk niet of dit werkt, maar dan zou dat juist willen zeggen dat ‘God’ heel dichtbij is en in feite in onszelf leeft. Dan zouden wij mensen allemaal samen ‘God’ zijn. Ergens geloof ik dat daar ook een waarheid in zit, maar daarvoor zouden we dit met een hele grote groep moeten proberen. Dit is mijn tweede visie over mijn geloof: God zit in ons.

Alles samengenomen denk ik dat het ware geloof ergens tussenin ligt. Ik kan hieruit besluiten dat God voor mij, heel ver weg en heel dichtbij is. In mij leeft en buiten mij leeft, maar toch ongrijpbaar is en dat ik mij er geen beeld kan van vormen. Maar toch weet ik, of geloof ik, dat ‘Hij’ bestaat.

Wie of wat geeft zin in mijn leven?

Volgens journalist ‘Joël Ceulaer’ is dit een vraag waar je niet te veel en te diep mag over nadenken. Als je te diep nadenkt over de zin van je leven ben je, volgens Joël Ceulaer, niet goed bezig. De vraag van de zin van het leven verdwijnt naar mate dat je terug gelukkig wordt. Dit is volgens mij een vraag waarbij het antwoord onbestaande is. “Ons brein is gemaakt om deze vragen te stellen, maar niet om de antwoorden te geven”, aldus Joël Ceulaer.

Ik kan mij volledig in deze stelling vinden. Toen ik het interview van hem bekeek, had ik het gevoel dat hij precies kon verwoorden wat ik wilde bedoelen.

Ik kan wel duizend redenen geven waarom ik mij zinvol voel, voor mezelf en voor anderen, maar om echt te gaan antwoorden over de zin van het leven, wil ik me niet verder in verdiepen.
Ik denk dat de zin voor mezelf vooral start bij wat ik heb, de mensen rondom mij die ik kan gelukkig maken en kan genieten van de redenen waarom zij gelukkig zijn. Ik ben blij een ‘thuis’ te hebben en dat geeft mij zin om daarvoor te zorgen. De liefde en de vriendschap die ik mag voelen in mijn leven zijn voor mij de reden van mijn bestaan.

Ik weet dat je natuurlijk ook alles kunt verliezen in de loop van je leven. De man van mijn leven, mijn stiefzoon er kan hen altijd iets overkomen. Mijn vader zal er ook niet altijd en voor eeuwig zijn, mijn moeder ben ik reeds verloren. Vriendschap kan vergankelijk zijn en een (t)huis kan verdwijnen. Maar er is altijd iets wat er van mijn niet kan ontnomen worden en dat is hoop!


Die hoop haal ik uit de kracht van het positief denken, waarin ik sterk geloof. Ik geloof dat er iets meer is dan ons. En hoop is voor mij op zichzelf een  kracht die je steeds weer verder doet gaan, waardoor ik nooit opgeef. Ik geloof dat er iets is, waar de mens geen ‘meester’ van is.

Shaggy - Hope! Klik op deze link

Shaggy - Hope (tekst)

I remember, wasn't so long ago
We had a one room shack and the livin' was low
And my mama by herself raised me and my bro
Wasn't easy, but we did it with the little that go
Worked hard, got us up for school every day
And kept her eyes on the stars when the skies were gray
Gave us pride to survive, really showed us the way
Now I really understood what she was tryin' to say

She said, "Son there'll be times when the tides are high
And the boat may be rocky, you can cry
Just never give up
You can never give up," uh-uh

In this life you could lead if you only believe
And in order to achieve what you need
You can never give up
You can never give up

And this hope
That keep me holding on
On and on
And this hope
That makes me carry on
On and on

Boom-boom, couldn't have made it alone
I got a wonderful life, two kids on my own
With a strong foundation that was carved in stone
And my mama for the love that made my house a home
Made me wonder some time if this was meant to be
All this for a humble little guy like me
And all I ever really wanted was a family
To teach my kids the same value that she gave to me

She said, “Son there'll be times when the tides are high
And the boat may be rocky, you can cry
Just never give up
You can never give up,” uh-uh

In this life you could lead if you only believe
And in order to achieve what you need
You can never give up
You can never give up

And this hope
That keep me holding on
And on
And this hope
That makes me carry on
On and on

We nah turn no stepper, things a go better
Never let yourself be overcome by pressure
Cool yah me bredda, have faith instead a
Sid-dung and a watch and all a fight one another
Blaze like fire,we nah go retire
God nah sleep and a within him we inspire
We have to reach higher for what we require
we have to make our mark before the time expire

And this hope
That keep me holding on
And on
And this hope
That makes me carry on
On and on

And this hope
That keep me holding on
And on
And this hope
That makes me carry on
On and on

There's hope, yeah
Hope keeps it alive, yeah, uh
Hope keeps it alive, yeah, uh
And it strikes an iron, uh
Hope keeps it alive, yeah, yeah
Hope keeps it alive, yeah
Only the strong survive, yeah
Keep it carry on, keep it carry on, yeah
Uh-uh
I'll keep it carry on, yeah
I gotta carry on, gotta carry on and be strong
Uh-uh-uh
Yeah, yeah, yeah, uh-uh

And this hope
That keep me holding on
And on
And this hope
That makes me carry on
On and on