zondag 12 januari 2014

Wat is de impact van dagelijks treinreizen?

Ik berekende vandaag opnieuw mijn ecologische voetafdruk, ik wou even weten hoe groot de impact is op het dagelijks reizen met de trein.
Je ecologische voetafdruk bedraagt:
3.4 ha, hetzij 33733 vierkante meter
Dit is een schatting van de oppervlakte die je jaarlijks gebruikt om je levensstijl te verzekeren


Dit is dus een grote vermindering, ik ben op de goede weg! Ik zal ook nog verder mijn best doen om die afdruk nog te kunnen verkleinen tot ik aan een duurzame afdruk kom.
Op vraag van één van de lezers heb ik ook eens de financiële impact van dit gegeven berekend

Heel wat voordelen dus... 

donderdag 2 januari 2014

Hoe groen ben ik?

De manier van ‘groen zijn’ wordt in gedeeld in 4 soorten mensen:
 Ik denk dat ik mezelf ergens tussen een geremde hoper en groene doener kan plaatsen. Ik wil zeker iets doen aan mijn gedrag, zodat we deze planeet nog duizenden jaren kunnen gebruiken. En ik probeer wel, maar ik doe niet altijd. Ik gedraag er mij soms naar, maar soms laat ik me ook vangen door ons economisch systeem. Ik ben wel bereid om wat veranderingen in te voeren, om ook mijn steentje bij te dragen voor het behoud van onze natuur.
Er zijn wel al wat dingen die ik doe en ik heb ook plannen om er nog meer aan te doen. Na het testen van mijn ecologische voetafdruk, die 5,5 hectare bedraagt, ben ik me ervan bewust dat ik nog heel wat zal moeten veranderen. De ecologische voetafdruk is de oppervlakte die je jaarlijks gebruikt om je levensstijl te verzekeren. Een duurzame voetafdruk is 1,8 hectare, dus er is voor mij nog veel werk aan de winkel.
Er zijn vier vlakken de ik kan ter discussie stellen in zake mijn levensstijl: voeding, mobiliteit, wonen en toerisme.

Voeding
Ik lees in onze cursus dat wij, Belgen, één van de grootste vleesverbruikers van de wereld zijn. Een Belg eet gemiddeld 100 kg vlees op een jaar. Ik weet dat het overmatig consumeren van vlees en vis onze voetafdruk enorm doet stijgen.
Ik ben geen vegetariër en zal dat waarschijnlijk ook nooit worden, maar ik ben toch al van die dagelijkse portie vlees afgestapt. Wij eten thuis één- tot tweemaal per week geen vlees, het is niet alleen goed voor je gezondheid, maar ook voor je portemonnee. De porties vlees die wij eten zijn ook niet zo groot als in de meeste gezinnen. De meeste mensen eten elk 300 tot 350 gr vlees bij een warme maaltijd. Wij eten met 3 volwassen personen ongeveer 500 gr vlees op een dag, dus ook het beleg op de boterham meegerekend. Sommige dagen kan dat nog minder zijn. Bv als wij een pasta eten zit er zo’n 200 à 300 gr vlees of vis in mijn pasta, waar wij meestal meer dan een keer van eten. Ik denk niet dat je om minder vlees te eten meteen vegetariër hoeft te worden, maar met minder vlees en meer groenten lukt het ook.  Ik kan wel nog wat meer vleesvrije dagen invoeren, want plantaardig eten is helemaal niet zo slecht. Het hoeft ook niet duur te zijn, in tegendeel. Heel wat mensen halen voor vegetarische dagen, producten in huis die ze dan naar een bio-winkel halen en meestal heel wat duurder zijn dan vlees, de vleesvervangers. Ik maak thuis zelf een vegetarisch gerecht klaar waarvoor ik die vleesvervangers niet nodig heb. Je kan heel eenvoudig een groenteburger maken met savooikool. Een gegratineerde bloemkool of broccoli zorgt er ook voor dan je zin naar vlees weg blijft. Of een pasta Napolitano (is vergelijkbaar met een Bolognaise saus, maar dan enkele de groenten) is ook een van de opties. Er zijn duizend manieren om op die vegetarische dagen een goedkope maaltijd te bereiden.
Als het op voeding aan komt zie ik dan ook heel veel mensen die te veel aankopen (om zeker genoeg te hebben) en dan hun overige eten gewoon weggooien. Bij ons gaat er geen voeding verloren, maar de diepvries is mijn beste vriend. Ik heb ook enkele jaren geleden vacuüm potten aangekocht voor de producten  die niet in mijn diepvries moeten. Ik vind het ook vervelend, net zoals vele anderen om twee dagen na elkaar hetzelfde te eten, maar ik houd de restjes van mijn eten in mijn vacuüm potten tot ik weer genoeg heb voor een nieuwe maaltijd, dan is het restjes-dag. Het eten kan ik tot twee weken in deze potten bewaren. Als ik zie dat ik te weinig restjes zal overhouden, dan geef ik die aan de hond of de poes. In de zomer heb ik kippen, het afval van mijn groenten, de schillen van mijn aardappelen, overig fruit vinden zij lekkernijen, mijn kippen krijgen nooit graan. Een boodschappenlijstje maken voor je naar de winkel vertrekt is ook een goede tip, zo voorkom je dat je te veel boodschappen doet.
Ik eet ook groenten volgens de seizoenen, als ik dan eens groeten vanuit een ander seizoen eet, zijn dat groenten die door mij zijn ingevroren tijdens het seizoen. Ik volg meestal mijn groente- en fruitkalender.
Dit zijn groenten en fruit die in België of in Nederland gekweekt worden, daardoor zijn ze ecologisch beter, het is minder ver en er is dus minder transport nodig om die groenten tot bij ons te krijgen. Sommige van die groenten en fruit hebben wij ook in onze tuin staan, daarvoor heb je helemaal geen transport nodig. Hierbij kom ik aan mijn volgende punt:

Mobiliteit 
In België maken we veel te veel gebruik van koning auto. Ik bezondig mij daar ook aan. Ik kom altijd met de auto naar school terwijl ik dat ook met de trein zou kunnen doen. Daar wil  ik dan ook meteen werk van maken, zeker als ik zie wat voor impact dat heeft op mijn ecologische voetafdruk. Het zou zelfs binnen ons gezin een dubbel voordeel zijn. Terwijl ik met de trein naar school ga, zou mijn man met mijn meer zuinige wagen naar zijn werk kunnen rijden.
Wij hebben dan ook samen besloten om dat te doen. Het is natuurlijk wel heel moeilijk om afstand te doen van het bezit van een wagen, daarom geven we onszelf nog een beetje krediet. We zullen de wagen van mijn man aan de kant zetten, want hij zal die van mij gebruiken. Als we ondervinden dat wij na zes maanden onze tweede wagen niet gebruiken en dat het zo ook vlot gaat, dan gaan wij die wagen verkopen. Dat is dan ons goed voornemen voor 2014. Ik heb mijn treinabonnement alvast aangeschaft. En deze morgen is mijn man vertrokken met mijn wagentje naar zijn werk.
De harde bewijzen, mijn treinabonnement
Wonen
Wonen beslaat ongeveer 30% van onze ecologische voetafdruk. Wat heel veel is, de reden hiervan is dat wij te ruime huizen hebben, we willen allemaal die villa op het platteland. Nu wij wilden dat ook, maar er is een ook een andere manier om in dat mooie huis op het platteland te wonen. Wij zijn er eerst vanuit gegaan wat er voor ons het belangrijkste was: die villa of het platteland. Die keuze was al snel gemaakt, het platteland natuurlijk. Ecologisch wonen betekent ook dat je een zo klein mogelijke buiten oppervlakte hebt voor een zo ruim, en functioneel mogelijke binnenruimte. We hebben dat huisje gevonden, het heeft een heel wat kleinere oppervlakte dan het huis waar wij nu in wonen, maar dat zal ook wel lukken. Er zijn wel nog heel wat verbouwingen aan. Wij willen ons huisje verwarmen met een houtkachel, dat is ecologisch beter dan op gas, maar we zullen ook heel wat beter isoleren, er wordt isolatie aangebracht aan de muren en ook de daken moeten vernieuwd worden om zo goed mogelijk te isoleren, want het is ook niet de bedoeling dat we het hele bosje afbranden (die wij trouwens delen met de buren). De garage wordt heringericht en ook geïsoleerd en daar zal er plaats gemaakt worden voor mensen die bij ons komen wonen. Er wordt een bed in geplaatst op een 'mezzanine' en beneden zal er ruimte zijn voor kasten en eventueel een kleine living. De andere ruimtes worden gedeeld (de badkamer, keuken, wc, berging en ook de tuin). Op deze manier zal onze garage, die wij niet nodig achten, een tweede leven krijgen. Wij zullen dus aan cohousing doen. Wij vinden het gezelliger, want hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Het is ook ecologisch meer verantwoord en op de koop toe ook beter voor de portemonnee. Er staat ook een heel ruim tuinhuis achter in de tuin. De bedoeling is dat wij later ook dat tuinhuis zouden inrichten om daar nog meer mensen te huisvesten, bij het huis is er een ruime tuin en een klein bosje, die gerust met 4 gezinnen kan gedeeld worden. Vroeger woonde er in dat huis een man alleen, absurd, is het niet?

Toerisme
Wij zijn zeker schuldig aan on-duurzaam toerisme. Wij gaan meermaals per jaar op reis en dat minimum één keer per jaar met het vliegtuig en dat ook nog eens in een hotel. Dit zouden we inderdaad wat achterwege moeten laten en ook die laatste vakantie wat meer dichtbij moeten houden. Wij gaan tweemaal per jaar naar mijn zus, die in het zuidwesten van Frankrijk woont, daar denken we wel wat meer na over hoe wij ter plaatse kunnen komen. We delen een auto met iemand of gaan met de trein (Thalys), naar gelang het aantal personen er mee zijn. Het is heel wat voordeliger om met de auto te rijden als je met vier personen bent. De ‘tussenvakanties’ die wij nemen, zijn meestal met de tent naar de Ardennen of naar Nederland. Als ik hier allemaal zo neerschrijf, kom ik tot het besef dat wij veel te veel reizen, de vliegvakantie is ecologisch minst verantwoord en zouden we eigenlijk moeten weglaten. We zouden ook die ‘tussenvakanties’ kunnen weg laten en dan een verre reis met de trein kunnen maken en met de tent mee, want dat zijn meestal de leukste vakanties. Ik weet dat wij te veel reizen maar de reisjes naar mijn zus wil ik echt niet laten vallen, ik zou haar te veel moeten missen. Maar misschien probeer ik dit wel, één vakantie met de trein en de tent en tijdens onze doorreis eventjes vakantie nemen bij mijn zus.

Ik wil hier ook nog een punt aanhalen die ook met duurzaamheid te maken heeft maar niet zo uitvoerig wordt besproken in onze cursus:

De afvalberg en de wegwerpmaatschappij

We kopen koekjes in dubbele verpakking voor ons ‘gemak’. Plastiek flessen om dat die meest voor het grijpen staan in de supermarkt. Maar we moeten daar ook eens over nadenken wat dat betekent voor onze natuur. Het duurt heel lang voor een blikje of een plastiek fles wordt afgebroken, en ik weet dat er al heel wat gerecycleerd wordt, maar we kunnen ook nog heel wat voor onszelf veranderen om die afvalberg te verkleinen. Op de volgende link vindt je heel wat nuttige tips om daar beter met afval om te gaan
We weten allemaal dat we in een wegwerpmaatschappij leven en dat sommige dingen heel wat minder lang mee gaan dan de vroegere duurzamere producten, maar als ik naar het containerpark ga keer ik dikwijls met een wrang gevoel terug naar huis. Ik zie mensen veel, nog bruikbaar, materiaal weggooien. Wat is dat toch? Ik denk dat je altijd mensen een plezier kunt doen met deze materialen, ook al is dat niemand uit je vriendenkring. Er bestaan ook kringwinkels die deze goederen gratis komen afhalen. Ik vind deze winkels een heel goed initiatief en als ik iets nodig heb zal ik ook altijd eerst een kijkje nemen in een kringwinkel of ik soms daar iets vind wat ik kan gebruiken. Ook heel wat van mijn vrienden zijn van dit principe. Op oudejaarsavond kopen wij altijd voor elkaar een cadeautje tussen 5 en 10 euro. We trekken allemaal enkele weken op voorhand een naam, zodat we niet worden overstelpt met cadeaus die we nooit zullen gebruiken. Ik kreeg maar liefst 5 knutselboeken, die bruikbaar zijn om te knutselen met kinderen en dan ook nog een memory-spel en lege melkdozen (die tetra dozen kan ik gebruiken om knutselwerkjes uit te voeren) Dat is toch een supermooi geschenk, bruikbaar, gerecycleerd en goedkoop! En dit allemaal dankzij de kringwinkel. Ik vind het fantastisch. Ik ben ervan overtuigd dat de afvalberg heel wat zou verminderen mochten er meer mensen naar de kringwinkel gaan en zo materialen een tweede ‘leven’ geven. Waarom weggooien als je er iemand anders blij mee kunt maken. De kringwinkel stelt op deze manier ook mensen te werk die niet meteen op de arbeidsmarkt terecht kunnen, nog een pluspuntje. Misschien moet iedereen daarover nadenken voor ze in januari op solden-jacht gaan.

Tot slot wil ik er nog even wat mensen op attent maken, dat het niet inleveren is om met minder te leven, maar je zal er heel wat voor terugkrijgen, mensen zullen gelukkiger worden en de natuur zal weer meer gewaardeerd worden als we er allemaal samen aan werken. Voor diegenen die aan onze natuur denken maar er nog niets aan doen heb ik nog de volgende spreuk:


Religies en natuur

Christendom en natuuur
Vanuit het oog van de christenen is de natuur is een schepping van God die aan de mens werd gegeven om ervoor te zorgen en die te bewerken. Wat wil zeggen dat Christenen vanuit hun geloof moeten zorg dragen voor de natuur. Het is een verwaarlozing van de schepping als er niet voor de natuur wordt gezorgd. Er zijn ook heel wat Christenen die de natuur zien als een bewijs voor het bestaan van God, want zoiets moois kan niet door de mens gemaakt worden.

Boeddhisme en natuur
De boeddhisten zien zichzelf als een onderdeel van de natuur. Ze zijn een draadje in het volledige web van dieren en planten. Zij moeten zorg dragen voor de natuur, want we zijn slechts op bezoek op de aarde.  Als er iets in de natuur vernield wordt dan kan er een draadje van het web kapot gaan en is onze natuur niet meer in evenwicht of ‘ziek’. Dit zou het hele web kunnen vernielen en dus onze ondergang betekenen.

Hindoeïsme en natuur
Er zijn heel wat verschillende soorten hindoes, maar één ding hebben ze gemeen: De natuur is heilig. De oudste boeken uit hun geloof zijn de veda’s. Daarin wordt al heel wat beschreven van de natuur. In de Rigveda staan heel wat natuurfenomenen als goden vereerd. Zoals natuurlijk Prthivi de godin Aarde.

Uit haar worden heel wat andere goden en godinnen geboren, zoals Indra (godin van de donder), Maruts (wind), Agni (vuur), Aranyani ( een bosgodin). Goddelijke wezen beperken zich niet tot een vorm bv Orissa is tegelijkertijd Godin van de Aarde, de zee, het heilige bos en alle vrouwen van de gemeenschap. In de atharvaveda smeekt de mens, als zoon van Moeder Aarde, om haar weldaden en belooft daarvoor in ruil om zorg te dragen voor haar. Hindoes beschouwen de natuur als iets heiligs waar ze zorg moeten voor dragen, zodat alle mensen in het hier en nu, maar ook in de toekomst er de vruchten van kunnen plukken, de natuur mag niet uitgebuit worden. Dat heeft de mens immers belooft aan Godin Aarde. Ook mogen ze geen geweld plegen, want goden kunnen in bossen of in rivieren leven of in andere natuurfenomenen, het kunnen ook dieren zijn. Daarom eet een groot deel van de hindoes ook geen vlees, sommigen beschouwen de koe als een heilig dier.


Islam en natuur
Ook voor de Islam is de natuur belangrijk. Allah heeft alles geschapen (planten, dieren, zon, maan , sterren, de regen,…) en in de handen van de mens gegeven, zodat zij ervan zouden kunnen leven. Allah heeft al dat goeds aan de mensen geschonken en de mens is dus de beheerder van de aarde. Als beheerder zijn de mensen ook verantwoordelijk voor het behoud ervan. De koran verteld hoe mensen moeten voor de natuur zorgen, alles wat Allah heeft gemaakt voor de mens, moet de mens eerbiedigen. Het niet eerbiedigen van de natuur is een slechte daad die door Allah zal bestraft worden. Als je als mens in de Islam iets goeds doet voor een ander schepsel van Allah is ook voor zichzelf en zal daardoor men goedheid beloont worden door Allah.
Het valt mij ook op dat Islamieten heel wat meer samen met de natuur leven dan wij. Hun hele dag is ingedeeld volgens de natuur. Ze staan op wanneer de zon opstaat, dan doen ze ook hun eerste gebed en gaan slapen wanneer de zon gaat slapen en doen hun laatste gebed. Ook hun gehele systeem werkt op deze manier. In de winter slapen ze meer en in de zomer minder. Dat is niet alleen goed voor hun lichaam (vitamientjes van de zon) maar ook goed voor hun ecologische systeem. Zijn verbruiken minder elektriciteit aan verlichting bijvoorbeeld. Ook wanneer er minst in de natuur te vinden is, in de winter dus, slapen zij meer en hebben ze dan ook minder voeding nodig dan in de zomer, wanneer er heel wat ‘vruchten’ te plukken zijn van de natuur.

Jodendom en natuur
Net zoals voor de andere bovenstaande godsdiensten is de natuur ook belangrijk voor de joden. Jahweh heeft de natuur geschapen zodat de mens er zou kunnen van leven, maar wie als jood de natuur kapot maakt, maakt ook Jahweh kapot. De mens moet dus goed voor de natuur zorgen.
Maar in tegenstelling tot de andere godsdiensten kan Jahweh de natuur gebruiken om de mens te straffen. Ken je nog de 10 plagen van Egypte? Het begint met bloed, dan kikkers, ongedierte, wilde dieren, veepest, zweren, hagel, sprinkhanen en duisternis. De tiende plaag, de dood van de eerstgeborenen mannen en beesten. Dat waren straffen van Jahweh omdat de mensen niet goed voor elkaar zorgden. Sommige Joden zien de toestand van onze natuur nu als een straf van Jahweh.


Hieruit kunnen we besluiten dat in elke godsdienst de natuur een heel belangrijk iets is waarvoor de mensen moeten zorgen.

Onze natuur, de feiten

We weten allemaal dat het niet zo goed gesteld is met de natuur en dat er iets moet aan veranderen. Maar waarom is het zo slecht met onze natuur? Wat is er juist allemaal aan de hand en hoe komt dat? Wat moet er veranderen? Wat kunnen wij eraan doen?
Een heleboel vragen die Tim Jackson, in deze uiteenzetting over onze natuur, beantwoordt.

Hij beschrijft hierin op een heel goede manier hoe ons economisch systeem onze natuur ten gronde richt. Maar dat economisch systeem zit al in onze genen natuurlijk, in onze identiteit zoals prof. Paul Verhaeghe ook zei. Tim Jackson legt uit vanuit het standpunt van de psychologie hoe een mens in elkaar zit en hoe onze economie nu in elkaar zit.

Volgens de psychologie zit de mens zoals bovenstaand schema in elkaar. We zoeken steeds naar wie we meest willen helpen, ik of de ander, we zoeken hierin een middenweg. We willen ook altijd weer nieuwe dingen, maar willen ook onze tradities behouden, ook hier zoeken wij weer naar een middenweg. Om ons volledig mens te voelen zitten we het best in het midden van deze cirkel. Maar onze huidige economie baseert zich enkel op het bovenste rechtse kwartier van deze cirkel en is dus niet in overeenstemming met hoe een mens in elkaar zit. Dus om eigenlijk ons hele systeem te veranderen moeten we niet inleveren, maar terug helemaal mens zijn.
Even denken dat we dagelijks eten weggooien, terwijl er mensen zijn die eten te kort hebben. Door de grote CO² -uitstoot die wij produceren door die vele nieuwigheden die we willen, daardoor mensen in het zuiden zonder water geraken en hun gewassen niet meer kunnen kweken. Want wij, mensen in de westerse landen, zijn meest verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde. Maar ook, willen wij echt wel al die nieuwe dingen en kunnen wij daarvoor betalen? Tim Jackson stelt het zo: “Wij, mensen, worden overhaalt om, geld dat we niet hebben, te spenderen aan zaken die we niet nodig hebben, om indrukken te maken die niet blijven duren, op mensen waar we niet om geven.” En dat is een waarheid als een koe! Wij willen indrukken maken op de anderen, maar welke mensen blijven ons het meeste bij, wie maakt écht een indruk op ons? De persoon die met de grote auto is gepasseerd? Of de persoon die je enkele jaren geleden op oudejaarsavond uitnodigde zodat je die avond niet alleen zou zijn? Wel bij mij is dat de laatste. Ik heb ooit oud op nieuw in een auto gevierd, maar het was zo mooi, dat ik die nooit zal vergeten. Wij reden naar mijn zus, die in Frankrijk woont om het nieuwe millennium in te zetten en raakten in een file op de ring rond Parijs, balen dus. Op een gegeven moment kwam de man van het voertuig naast ons op ons ruitje kloppen en zei: “Het is straks Nieuwjaar laat ons allen samen aftellen” Hij haalde iedereen uit de voertuigen naast ons, voor ons en achter ons, het verspreidde heel vlug en op enkele minuten stond iedereen naast de wagen. We hebben allemaal samen afgeteld daar op de ring rond Parijs, hier en daar haalden mensen zelfs Champagne boven die ze in de wagen hadden en wij konden onze Belgische bieren even laten proeven. Alles samen hebben we misschien maar een twintig minuten uit de wagen geweest, maar die mensen, en zeker die man, zijn me altijd bijgebleven (ik weet niet meer in welke auto hij reed, haha), maar om even duidelijk te zijn: Ik wil hiermee aantonen dat we geen grote maaltijden en dure cadeaus nodig hebben om een geslaagd oudejaarsavond te hebben. De sfeer die we toen hadden was uniek en onbetaalbaar.
Dus waarom deze tradities en ons gevoel voor de ander, onze samenhorigheid niet gebruiken om  onze natuur te redden. We hebben al dat nieuwe en dat ik-gevoel niet zo nodig dan we soms denken. De geest van een groepsgevoel is tot veel in staat en ik ben ervan overtuigd dat we onze CO²-normen kunnen halen, hier in België maar ook in de rest van de wereld zonder dat wij ons daardoor minder goed in ons vel zullen voelen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat wij ons allen heel wat beter zullen voelen.
Tim Jackson haalt ook een goeie reden aan waarom wij ons zo laten leiden door dat economische systeem. We staan elke dag op, we brengen snel onze kinderen naar school om dan ons zo vlug mogelijk naar ons werk te haasten, ’s avonds weer de kinderen af te halen, dan eten klaar maken, kinderen in bed en nog eens snel eventjes naar de tv te kijken. De tv kijken, de zogenaamde Quality-time, waar we in onze grote zetel naar een zo groot mogelijk scherm kijken, maar we vergeten met elkaar te praten. Wij hebben er thuis een punt van gemaakt om af en toe die tv aan de kant te zetten en dat in te ruilen voor een gezelschapsspel met wat vrienden samen, dat is pas echte Quality-time.
Volgens Tim Jackson zullen we, als we de economie gaan afstemmen op het menselijke model, een economie krijgen met een doel. Er zullen bedrijven ontstaan die ecologie en sociologie zullen inplannen in hun statuten, in de VS zijn er al enkele bedrijven die daaraan deelnemen. We moeten niet investeren in consumentengroei, maar in het beschermen en onderhouden van onze ecologische activa. Zo zullen we een zinvollere welvaart ondervinden en niet de materialistische zoals wij die nu kennen. Die relatie tussen heden en toekomst hebben we nodig om hoop te winnen.

donderdag 26 december 2013

Oscar et la dame Rose

Wij bekeken deze film in de klas. Ik bekeek hem nog een tweede keer om meerdere details te kunnen zien.
Het is een film die gaat over een jongen die ongeneeslijk ziek is, hij slechts nog enkele maanden te leven.
Zijn ouders werden verteld door de dokter dat de behandeling van hun zoon niet meer helpt en dat hij zal sterven. Oscar hoort het hele verhaal omdat hij staat te luistervinken op de gang. Zijn ouders weten niet zo goed hoe zij daarmee moeten omgaan en besluiten om hem niets te vertellen.

Hij loopt op een dag La dame Rose tegen het lijf, zij is de enige die hem op dat moment normaal behandelt. Hij voelt zich direct met haar verbonden en hij zegt dat hij enkel nog met haar wil praten. Bij haar eerste bezoek maakt ze, soms ongewild, grapjes over zijn ziekte. Hij vind dat heerlijk, want anders wil er niemand meer lachen met hem of met de grapjes die hij uithaalt.
Ze vertelt hem dat elke dag staat voor 10 jaar in zijn leven en laat hem op deze manier 120 jaar worden. Ze heeft hem het gevoel dat hij heel oud zal worden en bereid hem op deze manier ook voor op zijn nakende dood. Ze leert hem ook God kennen en laat hem elke dag een brief schrijven, zo komen ze ook te weten wat er in Oscar zijn hoofd speelt.
Hij overlijdt 12 dagen later maar heeft zijn volledige levenscyclus doorlopen. Hij wordt verliefd, hij trouwt met de liefde van zijn leven, leert om te gaan met zorgen voor iemand en beleeft zelfs een midlifecrisis.
Ik denk dat de auteur van dit verhaal hiermee wil tonen dat ook dood bespreekbaar moet zijn, maar dat je het wel luchtig moet houden. Door de manier waarop Oscar reageert op zijn ouders is het duidelijk dat de auteur niet akkoord gaat met de manier hoe zijn ouders reageren op de diagnose die bij hun kind wordt gesteld.

Ik kan mij daar volledig in vinden. Ik vind ook dat sterven bespreekbaar moet zijn, dat het geen taboe mag zijn. Maar dat je dat wel op een luchtige manier moet aanbrengen, met af en toe een grap en een symbolische manier om je voor te bereiden op de dood. Ik vind ook dat geloof een rol speelt in het lijden en dat dit zeker niet mag ontbreken bij films zoals deze.

Omgaan met lijden en dood

Als mensen met lijden en sterven te maken krijgen is dit meestal een grote schok. De wereld lijkt even stil te staan en grond schuift weg van onder je voeten. Dit is meestal ook het moment dat mensen even beginnen na te denken over wat er zal gebeuren na de dood. Het ogenblik dat mensen even stilstaan bij hun geloof.

Mensen kunnen daar heel uiteenlopend op reageren. Sommigen denken dat het leven ophoud na het sterven en anderen denken dat dood een overgang is naar een andere vorm van leven of naar een nieuw aards leven.
Ik denk dat wanneer mensen geloven in een overgang naar… meestal een voort vloeiing is van een of andere godsdienst. Bij het Boeddhisme en het Hindoeïsme volgt er na je leven een wedergeboorte, bij andere godsdiensten: de islam, Christendom, Jodendom ga je naar een ‘paradijs’ waar je een andere betere vorm van leven krijgt, als je goed geleefd hebt.

Maar ik denk dat de vraag bij het einde van iemands leven vooral is, wat kan er nu nog zinvol zijn? Zinvol voor de familie en vrienden van mensen die bv terminaal ziek zijn, maar ook zinvol voor de zieke zelf? Wie of wat kan er op dit moment nog zin geven aan het leven dat hen nog rest. De verbondenheid die er nog is met de persoon die gaat sterven.

Ik denk dat dit een vraag is die door iedereen anders zal beantwoord worden. Sommigen zullen nog bepaalde rituelen willen uitvoeren, anderen willen misschien juist veel rust.

Volgens mij is het wel belangrijk is dat er kan over gesproken worden, dat het lijden en het sterven geen taboe zijn. Ik denk ook dat als zoiets je levenspad kruist je er moet van bewust zijn dat er op dat moment nog altijd plaats moet zijn voor geluk. Soms kan humor iemand aan het lachen brengen en wat is er nu leuker dan lachen?

Toen bij mijn moeder leverkanker werd vastgesteld en daarbij ook de diagnose dat zij daaraan zou sterven, heeft mij dat diep geraakt, ik wist niet zo goed hoe ik daar moest op reageren en wat ik haar moest zeggen. Ik had zelfs schrik om haar te bezoeken. Toen ik met één van haar begeleiders praatte zei die tegen mij dat zij ervoor zorgden dat haar leven nog zo compleet mogelijk zou zijn. Hij legde mij uit dat ik niet kon denken dat haar leven vandaag al ophield en dat ik haar de kans moest geven om nog te kunnen geniet van het leven die haar nog restte. Hij zij me: “Het enige verschil dat jouw mama heeft met iemand die dezelfde dag van haar zal overlijden is dat je dit vandaag al weet dat haar overlijden zit aan te komen en dat je daar nu even bij stilstaat. Als je moeder genezen verklaart zou zijn en ze heeft binnen enkele maanden een auto-ongeluk zou je nu niet bang zijn om naar haar toe te gaan, want je zou er niet bij stilgestaan hebben dat die dag er zat aan te komen.” Ik heb toen beseft dat ik het niet kon maken om het beetje dat haar nog overbleef ook te ontnemen door droevig te zijn voor wat er zou komen.

Wij wisten in oktober 2003 dat mijn moeder terminaal was en op 27 maart 2004 is zij overleden. Wij hebben de kans gekregen om nog allemaal samen Kerstdag te vieren, dit is voor mij de mooiste Kerst geweest die ik heb meegemaakt. Mijn moeder had kousen voor ons gekocht die ongelooflijk grappig waren, we hebben die nacht staan dansen met die hilarische sokken aan, echt een moment om nooit te vergeten. Ik heb mijn moeder de hele avond zien lachen en grappen maken. Er is niet één iemand van ons die die avond gedacht heeft aan de toestand van mijn moeder. “Dat was pas nog eens een feest” zei mijn mama enkele dagen later in het ziekenhuis. “Even leek het alsof er niets gebeurt was en dat niemand medelijden had met me. Het was net als voor mijn ziekte” zei ze met de glimlach op haar gezicht.

Dit heeft mij doen beseffen dat mensen die met lijden te maken hebben soms een ‘gewoon’ leven willen hebben met ‘gewone’ gebeurtenissen. Volgens mij is het nodig dat je in het leven van deze mensen toch probeert om hen een moment van positieve aandacht te geven en het negatieve eventjes aan de kant te schuiven.

Soms kan er na de dood nog een wens in vervulling gaan. Ik las enkele dagen geleden een artikel over de kerstwens van Brenda Schmitz. Zij had een kerstwens die ze pas in vervulling wilde laten gaan als haar man opnieuw de liefde in zijn leven had gevonden.

Brenda Schmitz schreef vlak voor ze stierf een brief met daarin drie wensen. Een vriend kreeg de opdracht om de inhoud pas kenbaar te maken op het moment dat haar man opnieuw de liefde had gevonden.

De Amerikaanse vrouw stierf na een moedige strijd aan eierstokkanker in januari 2011. Een maand voor haar dood, schreef Brenda nog een brief aan het radiostation 'Star 102.5' in de staat Iowa. De zender laat ieder jaar opnieuw bijzondere kerstwensen in vervulling gaan. Een vriend kreeg de speciale opdracht om de brief pas naar het station te mailen op het moment dat haar echtgenoot David weer verliefd was geworden. Nu was het zover.

"We laten al meer dan twintig jaar kerstwensen in vervulling gaan", aldus Scott Allen, manager van het radiostation. "Maar een verzoek als dit kregen we nog nooit. Niemand hield het droog in de studio toen we de brief in handen kregen. Het inspireerde ons om iets voor Brenda en haar achtergebleven gezin te doen."

Gisteren nodigde 'Star' David uit om hem te melden dat ze een brief voor hem hadden ontvangen van zijn overleden echtgenote Brenda. Een kippenvelmoment zonder weerga.

"Glimlach"
De eerste wens van de vrouw was dat de nieuwe liefde van haar man een volledige dag zou 'gepamperd' worden omdat ze als stiefmoeder liefdevol zorg draagt voor Brenda's kinderen. "Tover een glimlach op haar gezicht en laat haar weten dat ik al haar inspanningen apprecieer", schreef de vrouw. Ze wenste eveneens dat het gezin zou getrakteerd worden op een "magische" trip en dat het verplegend personeel van het Mercy Medical Hospital waar Brenda tijdens haar ziekte werd behandeld een plezierige feestavond met eten en drank zou beleven. Daarnaast was er ook nog een brief die bestemd was voor Jane, de nieuwe vrouw in het leven van haar man.

Alle wensen van Brenda gingen in vervulling dankzij het radiostation en enkele sponsors. De familie kreeg een reis naar DisneyWorld cadeau. Brenda schonk zo de meest magische kerst ooit aan haar man en kinderen. Kerst in de ware betekenis van het woord...

De aangrijpende beelden van het moment waarop de brief van Brenda aan haar man wordt voorgelezen in de radiostudio kan u hieronder bekijken. Een zakdoek is daarbij geen overbodig attribuut.

Ook de ouders van Achiel, die hun baby hebben verloren, zeggen dat het was voor hen belangrijk dat er even positieve aandacht geschonken werd aan Achiel, en even het gegeven dat hij zou sterven aan de kant werd geschoven.

Ook dat wil Jan Decock, die in de gevangenis werkt, duidelijk maken. Het is nodig om de gevangen duidelijk te maken dat zij ook iets goeds in zich hebben en niet steeds weer te hameren op wat ze slecht hebben gedaan. In elke mens zit iets goeds. Door dat positieve in die mensen naar boven te halen, kan je van hen een beter mens maken. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat niet moeten boeten voor wat zij hebben gedaan. Maar er is ook een leven in de gevangenis of een leven na de gevangenis. Het is beter dat mensen daar als goede positieve mensen uitkomen.


Ik geloof ook dat in iedereen en in alles iets goeds schuilt. ‘Er is niets zo slecht dat het voor niets goed is.’ Ik kan niet geloven dat er iets gebeurt of dat er iemand geboren wordt en puur ‘kwaad’ is. Volgens mij kan je er altijd iets goeds in terugvinden. Dat goede is niet de reden van dat slechte gebeuren. Of het goede in een mens kan ook zijn slecht kant niet wegnemen of goedmaken, maar er is altijd iets goeds in te vinden.

Dit toont ook aan dat mijn visie op daders die van fragmentatie is. Een mens neemt verschillende rollen aan, soms doen zij goede dingen en soms doen ze kwade dingen, maar in wezen is er geen enkele puur kwade of puur goede persoon. Op deze manier houd ik ook de mogelijk tot vergeving open, een persoon die iets kwaads heeft gedaan, kan altijd terug tot inkeer komen. De mens op zich kan vergeven worden, maar niet hetgeen hij heeft gedaan, zijn handelingen kunnen nooit goedgekeurd worden.


woensdag 25 december 2013

Is er leven na de dood?

Dat is een moeilijke vraag waar iedereen al eens heeft bij stilgestaan. We kunnen natuurlijk nooit in zekerheid antwoorden of er leven na de dood is, er bestaat geen wetenschappelijk bewijs van.

Toch wil ik geloven in een leven na de dood, al zijn mijn twijfels soms groot. Ik kan er rust in vinden om te denken dat er een leven is na de dood. Hoe dat leven er dan uit ziet, weet ik helemaal niet, maar ik vind het niet altijd nodig om iets te kunnen bewijzen of een perfect beeld ervan te kunnen vormen om in iets te geloven.

De reden waarom ik wil geloven in een leven na de dood, is omdat ik het voor mij beter vind om bepaalde zaken te verwerken, zoals de dood van mijn moeder. Maar ook omdat ik dan een reden heb om mijn aardse leven goed te maken. Ik denk dus ook dat ons leven hier op aarde invloed heeft op een leven na de dood.
In bepaalde culturen gelooft men in reïncarnatie. Daar gaat mijn persoonlijke voorkeur niet naar uit, ik denk dat, na dit aardse bestaan er een zich andere vorm van leven zal ontwikkelen. Ik denk ook dat wij een geheel zijn van een nog groter bestaan.

Ik heb ooit een lezing bijgewoond van Luc Versteylen die ons leven en onze dood op een heel mooie manier omschrijft, volgens hem heb je bij elke dood een wedergeboorte, net zoals bij de boeddhistische religies, maar die wedergeboorte is telkens naar een nieuwe vorm van leven.

In onze eerste levenscyclus hebben we onze eerste geboorte, Die gebeurt bij ons ‘ontstaan’. Wanneer de eicel bevrucht wordt en de eerste cellen van ons menselijk lichaam wordt gevormd. We groeien en leven tot negen maanden in de buik van onze moeder. Zonder te weten wat er buiten deze baarmoeder gebeurt. We horen af en toe iets en weten ergens wel dat er iets is buiten die baarmoeder, maar we hebben geen enkel idee wat er daar is, al weten we dat we daar wel naar toe gaan.

In onze tweede levenscyclus hebben we onze tweede geboorte, onze aardse geboorte. We verlaten de vertrouwde baarmoeder en gaan naar ‘iets’ wat we niet kennen. Dit is onze eerste dood en tevens onze tweede geboorte. We hebben hier op aarde een leven waarvan wij weten dat er nog ‘iets’ meer is dan ons, zonder dit ooit te kunnen aanraken of te weten hoe dat eruit ziet. We weten wel dat we ernaar toe gaan, net als in onze vorige levenscyclus, en hebben dus weer geen enkel idee wat er daar is of hoe het eruit ziet. We weten alleen dat het op één dag zal gebeuren. Dit zal onze tweede dood zijn en volgens mij een derde geboorte.

De eerste vraag die hierbij rijst is natuurlijk: Wat met een miskraam, of baby’s die te vroeg geboren worden en daardoor sterven voor hun geboorte? Volgens mij zijn dat mensen die om een of andere reden deze aardse levenscyclus overslaan. Maar de reden daarvan weet ik niet.


Ik ben ervan overtuigd dat er leven na de dood is en dat mijn moeder en andere mensen die mij al hebben verlaten kunnen zien wat ik doe in dit leven. En dat zijn zelfs een invloed hebben op mijn handelen, denken en voelen. Ik wil ook niet geloven dat ik hier zal verdwijnen en dat de persoon die ik ben en hoe ik denk in één slag zal verdwijnen in het niets. 

Eens kwam een man met tranen in de ogen bij me en zei: ons Martine is erg ziek en ze heeft volgens de dokter maar tien dagen meer te leven, kan je ons helpen?
Het meisje, veertien jaar oud, lag op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Haar moeder zat aangeslagen dag en nacht aan haar bed.
Ik zei: ik ga haar een brief schrijven. Een brief waarin ik wil proberen te antwoorden op haar beknellende vraag: moeke, waar ga ik nu naar toe?
Ik schreef haar:
Martine, je hoeft niet bang te zijn voor de dood. Want eigenlijk ben je ooit al eens dood-gegaan, en zie, toch leef je nog.
Eigenlijk zijn wij mensen allemaal al twee keer geboren en één keer gestorven. Alleen, we weten het niet meer. Toen je moeder, Martine, eergisteren vertelde over je blije geboorte, toen zei je: da weet ik nie meer zunne. En toch was die geboorte al de tweede geboorte. De eerste, daar weten we nog veel minder van en toch hebben we die ook beleefd. Dat was toen wij ontvangen werden in de schoot van onz' moeder. Dit was het begin van ons eerste leven, binnenin de moederschoot. Daarin zijn we gegroeid van één celletje naar een volgroeid wezentje. Tot we begonnen uit onze moederschoot weg te willen, omdat we voelden dat onze tijd gekomen was.
Ieder van ons, ook jij Martine, voelde zich goed in die moederschoot. En toch moest je er weg, toch kon je er niet blijven. En dan, Martine, ben je voor de eerste keer doodgegaan. Of liever, je dacht dat je aan het doodgaan was, maar meteen was duidelijk dat dood-gaan een door-gaan is. Je bent ter wereld gekomen, voor de tweede maal geboren. Wie bij die geboorte binnen in de moederschoot zou kunnen kijken, zou niets anders zien dan pijn en verdriet en niets anders horen dan de klacht: waarom gaat zij nu van ons weg, was het dan niet goed bij ons? Maar niemand denkt na de geboorte nog aan de pijn, zelfs de moeder niet, want iedereen is blij om het nieuwe leven dat nu zichtbaar is.
En zo begon dan voor ons het tweede leven. Ook voor jou, Martine. En eigenlijk zou je nog vijftig, zestig, zeventig jaar volle leven te wachten moeten staan. Maar nu komt de dokter zeggen: Martine, je hebt nog maar amper tien dagen te leven. Wat gebeurt er nu met jou? Vlieg je nu uit de bocht? Tel je niet meer mee? Of zou het niet kunnen, Martine, dat je nu weer door een dood heengaat, om in je derde leven geboren te worden?
Van deze derde geboorte voelen we alleen maar de pijn en de angst aan de binnenkant, hier en nu. Maar hoe vredig kan het ons niet maken, wanneer wij geloven dat wij door al die pijn en angst heen, herboren zullen worden naar de hemel, waar geen rouw meer zal zijn, geen geween, geen pijn, geen verdriet en ook nooit geen dood meer. En zoals niemand in de moederschoot kan terugkeren om te laten weten dat doodgaan geboren worden is, kan niemand uit het derde leven ons zeggen hoeveel zaliger het daar is.
(Luc Versteylen)