donderdag 2 januari 2014

Religies en natuur

Christendom en natuuur
Vanuit het oog van de christenen is de natuur is een schepping van God die aan de mens werd gegeven om ervoor te zorgen en die te bewerken. Wat wil zeggen dat Christenen vanuit hun geloof moeten zorg dragen voor de natuur. Het is een verwaarlozing van de schepping als er niet voor de natuur wordt gezorgd. Er zijn ook heel wat Christenen die de natuur zien als een bewijs voor het bestaan van God, want zoiets moois kan niet door de mens gemaakt worden.

Boeddhisme en natuur
De boeddhisten zien zichzelf als een onderdeel van de natuur. Ze zijn een draadje in het volledige web van dieren en planten. Zij moeten zorg dragen voor de natuur, want we zijn slechts op bezoek op de aarde.  Als er iets in de natuur vernield wordt dan kan er een draadje van het web kapot gaan en is onze natuur niet meer in evenwicht of ‘ziek’. Dit zou het hele web kunnen vernielen en dus onze ondergang betekenen.

Hindoeïsme en natuur
Er zijn heel wat verschillende soorten hindoes, maar één ding hebben ze gemeen: De natuur is heilig. De oudste boeken uit hun geloof zijn de veda’s. Daarin wordt al heel wat beschreven van de natuur. In de Rigveda staan heel wat natuurfenomenen als goden vereerd. Zoals natuurlijk Prthivi de godin Aarde.

Uit haar worden heel wat andere goden en godinnen geboren, zoals Indra (godin van de donder), Maruts (wind), Agni (vuur), Aranyani ( een bosgodin). Goddelijke wezen beperken zich niet tot een vorm bv Orissa is tegelijkertijd Godin van de Aarde, de zee, het heilige bos en alle vrouwen van de gemeenschap. In de atharvaveda smeekt de mens, als zoon van Moeder Aarde, om haar weldaden en belooft daarvoor in ruil om zorg te dragen voor haar. Hindoes beschouwen de natuur als iets heiligs waar ze zorg moeten voor dragen, zodat alle mensen in het hier en nu, maar ook in de toekomst er de vruchten van kunnen plukken, de natuur mag niet uitgebuit worden. Dat heeft de mens immers belooft aan Godin Aarde. Ook mogen ze geen geweld plegen, want goden kunnen in bossen of in rivieren leven of in andere natuurfenomenen, het kunnen ook dieren zijn. Daarom eet een groot deel van de hindoes ook geen vlees, sommigen beschouwen de koe als een heilig dier.


Islam en natuur
Ook voor de Islam is de natuur belangrijk. Allah heeft alles geschapen (planten, dieren, zon, maan , sterren, de regen,…) en in de handen van de mens gegeven, zodat zij ervan zouden kunnen leven. Allah heeft al dat goeds aan de mensen geschonken en de mens is dus de beheerder van de aarde. Als beheerder zijn de mensen ook verantwoordelijk voor het behoud ervan. De koran verteld hoe mensen moeten voor de natuur zorgen, alles wat Allah heeft gemaakt voor de mens, moet de mens eerbiedigen. Het niet eerbiedigen van de natuur is een slechte daad die door Allah zal bestraft worden. Als je als mens in de Islam iets goeds doet voor een ander schepsel van Allah is ook voor zichzelf en zal daardoor men goedheid beloont worden door Allah.
Het valt mij ook op dat Islamieten heel wat meer samen met de natuur leven dan wij. Hun hele dag is ingedeeld volgens de natuur. Ze staan op wanneer de zon opstaat, dan doen ze ook hun eerste gebed en gaan slapen wanneer de zon gaat slapen en doen hun laatste gebed. Ook hun gehele systeem werkt op deze manier. In de winter slapen ze meer en in de zomer minder. Dat is niet alleen goed voor hun lichaam (vitamientjes van de zon) maar ook goed voor hun ecologische systeem. Zijn verbruiken minder elektriciteit aan verlichting bijvoorbeeld. Ook wanneer er minst in de natuur te vinden is, in de winter dus, slapen zij meer en hebben ze dan ook minder voeding nodig dan in de zomer, wanneer er heel wat ‘vruchten’ te plukken zijn van de natuur.

Jodendom en natuur
Net zoals voor de andere bovenstaande godsdiensten is de natuur ook belangrijk voor de joden. Jahweh heeft de natuur geschapen zodat de mens er zou kunnen van leven, maar wie als jood de natuur kapot maakt, maakt ook Jahweh kapot. De mens moet dus goed voor de natuur zorgen.
Maar in tegenstelling tot de andere godsdiensten kan Jahweh de natuur gebruiken om de mens te straffen. Ken je nog de 10 plagen van Egypte? Het begint met bloed, dan kikkers, ongedierte, wilde dieren, veepest, zweren, hagel, sprinkhanen en duisternis. De tiende plaag, de dood van de eerstgeborenen mannen en beesten. Dat waren straffen van Jahweh omdat de mensen niet goed voor elkaar zorgden. Sommige Joden zien de toestand van onze natuur nu als een straf van Jahweh.


Hieruit kunnen we besluiten dat in elke godsdienst de natuur een heel belangrijk iets is waarvoor de mensen moeten zorgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten