We leven in een economische maatschappij. Vroeger waren er vier dimensies: het geloof, de politiek, het economische en het culturele waar de politiek en het geloof de doorslag gaven. Maar nu is slechts het economische overgebleven.
Alles is nu dus gecommercialiseerd. We zijn een product geworden. We moeten presteren anders hebben we het niet gemaakt in ons leven. Daarom voelen we ons soms mislukt. Of proberen we andere mensen af te breken om onszelf beter te voelen.
Zoveel jaren geleden schreeuwde de mens om vrijheid, maar we moeten stilletjes aan beginnen toegeven dat er ook negatieve punten zijn aan die vrijheid. De vrije markten, bijvoorbeeld, hebben er niet voor gezorgd dat alles goedkoper werd.
'De wereld is van iedereen', was toen het idealistische beeld dat mensen voor ogen hadden, maar hoe gaan we om met al die verschillende culturen en geloven?
'Iedereen gelijke kansen', leek een droom voor vele mensen, maar wat doet dat met ons? Hebben we nu zoveel kansen dat we niet meer weten wat te kiezen? En hoe maken we dan die keuze? 'Wie wijst ons de weg?' is de hamvraag bij de tegenwoordige leuze van 'ieder zijn waarheid'
Het is hier duidelijk dat onze brede vrijheid ook zijn tol eist, dat het niet loopt zoals we ons hadden voorgesteld. We verliezen normen en waarden door de gecommercialiseerde ingesteldheid. We kunnen net als Paul Verhaeghe vaststellen dat het neoliberalisme onze identiteit heeft ingenomen. Dat we hierop moeten reageren weet iedereen, maar hoe, dat is een groot probleem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten